Wat is de betekenis van bloemkelk?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bloemkelk

m. (-en), buitenste bloembekleedsel (zie ald.).

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bloemkelk

bloemkelk - Zelfstandignaamwoord 1. de meestal gekleurde bladeren van de bloem De Zweedse wetenschapper Carl Linnaeus choqueerde in 1729 behoudende kringen door de seksualiteit van planten te vergelijken met die van de mens. Hij schrijft over bloemen als ‘geslachtsorganen’, over bloemkelken als het ‘...

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bloemkelk

De buitenste krans van bloembekleedselen, meestal groen en meermalen onopvallend. Is er maar één krans, dan blijkt soms, dat de binnenste krans (kroon) is weggevallen. Men pleegt dan de aamvezige (ook al is hij kroonbladachtig) als kelk aan te duiden. Voorbeelden hiervan zijn: Clematis, Anemone.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bloemkelk

m. bloemkelken (beschuttende, buitenste [groen] bladbekleedsel van de binnendelen der bloem in bet. 1).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bloemkelk

m. (-en) kelkvormig bloembekleedsel, meestal van groene bladeren : de omvat aanvankelijk de knop. → bijkelk, kelk.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bloemkelk

m. (-en), buitenste bloembekleedsel, zie kelk.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)