Wat is de betekenis van bloedig?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bloedig

bn. bw. (-er, -st), 1. bloed vertonend, er mee bedekt of vermengd: bloedige wonden slaan; bloedig slijm, bloedige doeken; 2. door bloedvergieting gekenmerkt: een bloedige ontknoping; een bloedige slag; (ook) een bloedige dag; — dat eist bloedige wraak, wraak waarbij ’t bloed des tegenstanders v...

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bloedig

bloedig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met bloed (bedekt) Over haar hele lichaam zaten bloedige striemen. 2. waarbij veel bloed vloeit, met veel slachtoffers In die streek woedt een bloedig conflict. Woordherkomst Afgeleid van bloed met het...

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bloedig

bloedig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: bloe-dig 1. waar veel bloed bij vloeit ♢ het is een bloedige oorlog Algemene uitdrukkingen: 1. het is mij bloedige ernst [ik vind het heel ernstig...

2025-07-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bloedig

vol bloed; wreed, hewig; bitter, smartlik; baie warm.

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bloedig

adj. & adv., bloedich, bluodrich.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bloedig

bn., bw. (1 vol bloed, met bloed bevlekt; 2 v. gebeurtenissen; met bloedvergieten in verband staande): 1. een bloedige wonde; een bloedig mes; 2. een bloedig schouwspel, een bloedige ontknoping; een bloedig gevecht, hevig gevecht, waarbij veel bloed vergoten wordt; nog: bloedige tranen wenen, a) bitter wenen, b) grievend leed hebben; bloedige spot,...

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bloedig

('bloedəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. bloed vertonend : een -e wonde; een mes. 2. door bloedvergieten gekenmerkt : een treffen, schouwspel. 3. waarbij bloed vergoten wordt : een -e wraak. 4. bloedrood : een -e robijn. 5. bitter : -e tranen storten.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bloedig

bn. en bw. (-er, -st), 1. bloed vertonend, ermee bedekt of vermengd: bloedige wonden slaan; bloedig slijm; bloedige doeken; 2. door bloedvergieting gekenmerkt: een bloedige ontknoping; een bloedige slag; (ook) een bloedige dag; dat eist bloedige wraak, wraak waarbij het bloed van de tegenstander vergoten wordt; (fig.) zeer harde wraak; 3. (fig.) b...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Drentsche spreekwijzen

Dr. J. Bergsma (1906)

bloedig

(fig.): ik heb er bloedig tegen ewarkt (Z.W.)