blitsen
Kijk onder: de blits maken.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[missch. van Rotwelsch Blitz = nieuwe kleren, van MHDu, blic = bliksem, schittering; vgl. Du. Blitz = bliksem] (Barg.) de grote goedgeklede heer uithangen; schitteren, pronken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Riemer Reinsma (1975)
(blitste, heeft geblitst). Pronken, schitteren. Ik vond het vroeger erg belangrijk om veel van mijn talenten te laten zien, te blitzen met mijn talenten. Ik zoek nu de beperking van de zuiverheid. Ik hoef niet meer zo. AVENUE mei 1973, 209
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: