Wat is de betekenis van bliksems?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bliksems

I. tw., krachtwoord; II. bw., (als ruw woord) geweldig, zeer: ’t gaat bliksems goed; III. bn., term van verwensing, duivels: bliksemse jongens!

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bliksems

(19e eeuw) (inf.) gebruikt ter versterking: bliksems gemeen; bliksems koud. Vgl. blikslagers*; mieters*. • Dat 's gemeen! dat 's bliksems gemeen! Je hebt het gestolen, in de pauze, toen ik mijn jas uit had. (Johannes Kneppelhout: Studentenleven. 1841-1844) • (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dial...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bliksems

bliksems - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel erg ondeugend bliksems - Tussenwerpsel 1. uitroep om heftige verontwaardiging te uiten bliksems - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bliksem Woordherkomst afgeleid van bliksem met het achtervoegsel -s Verwante begrippen...

2025-07-24
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

bliksems

De uitroep bliksems nog aan toe!, die in het hedendaags Nederlands het karakter heeft van een tussenwerpsel en verbazing, ergernis e.d. uitdrukt, heeft in vroeger eeuwen, evenals donders en duivels, als verwensing dienstgedaan. In de 19de eeuw komt reeds voor jou bliksems! zie donders, duivels, wiesjebliksems.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bliksems

1. bw. (erg): bliksems slecht; 2. tw. wel bliksems! 3. bn. (verduiveld): bliksemse jongen, gmz.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bliksems

(’bliksəms) Plat. 1. tw. verduiveld : wel -! 2. bn. Plat. ondeugend : die -e jongens. 3. bw. zeer : het gaat goed.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bliksems

1. bw., geweldig, zeer: het gaat bliksems goed; 2. bn., term van verwensing, duivels: bliksemse jongens!.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bliksems

BLIKSEMS, (tasschenw.) een vloekwoord (als bijw.) ‘t gaat bliksems goed.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)