Blikogen
(blikoogde, heeft geblikoogd), het oogwit laten zien.
M. J. Koenen's (1937)
blikoogde, h. geblikoogd (eig. het wit der ogen laten zien; de ogen laten fonkelen): men stampvoet, blikoogt, vloekt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('blik) (blikoogde, heeft geblikoogd) de ogen wijd openen : men stampvoet, blikoogt, vloekt en zweert.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: