Wat is de betekenis van bleitsmoel?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bleitsmoel

(1976) (Vlaanderen, scheldw.) kleinzerig of lichtgeraakt iemand. • Snijders paarde met Dolle Mina, er er kwam een pompbak, de Kruiper ging met de lange smalle Bleitsmoel, en er was ambras. (Nieuw Vlaams tijdschrift, Volume 29. 1976) • nen bleetsmoeel: een huilerig persoon (Georges De Schutter & Jan Nuyts: Taal in stad en land. Stadsa...

2025-07-24
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

bleitsmoel

(in Vlaanderen) kleinzerig of lichtgeraakt iemand. Hoe ga je om met ‘bleitsmoelen’, kleinzerige aanvallers die voortdurend proberen de scheidsrechter ervan te overtuigen dat verdedigers moorddadige bruten zijn? (Menzo, augustus 2003)

Gerelateerde zoekopdrachten