Wat is de betekenis van Blé?

2025-07-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Blé

graan, koren; graan-, korenveld; gros blés, tarwe en rogge; petits blés, gerst, haver, boekweit; blé noir, boekweit; blé de Guinée, negerkoren; blé de Turquie, Turkse tarwe, mals; blé en herbe, jong koren; manger son blé en herbe, zijn inkomsten vooruit verteren.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Blé

Blé (Nicolas du), markies d’Uxelles, maarschalk van Frankrijk en diplomaat, geb. te Châlon-surSaône, 1652, overl, 1730; met tienduizend manschappen verdedigde hij vier maanden lang Mainz tegen een zesmaal sterkeren vijand; in 1703 werd hij maarschalk van Frankrijk, in 1713 gouv.-generaal van den Elzas; na den dood van Lodewijk XIV benoemde de Regen...