Wat is de betekenis van blauwzwart?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Blauwzwart

bn., blauwachtig zwart.

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

blauwzwart

blauwzwart - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: blauw-zwart 1. kleur die blauwachtig zwart is ♢ de vlieg heeft blauwzwarte vleugeltjes Bijvoeglijk naamwoord: blauw-zwart de/het blauwzwarte ... ...

2025-07-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

blauwzwart

blauwzwart - Niet-standaardterm voor zwarte pigmenten met een blauwachtige vleug, met name in de 17de en 18de eeuw; veel pigmenten werden 'blauwzwart' genoemd, waaronder ivoorzwart, beenzwart en wingerdzwart.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

blauwzwart

bn. en bw. blauwachtig zwart.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Blauwzwart

bn., blauwachtig zwart.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Blauwzwart

BLAUWZWART, bn. blauwachtig zwart.

Gerelateerde zoekopdrachten