Wat is de betekenis van Blauwschuit?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Blauwschuit

v., 1. (veroud.) scheurbuik ; 2. spataders op de benen inz. bij zwangere vrouwen.

2025-07-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Blauwschuit

Blauwschuit - zie Spatader.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Blauwschuit

BLAUWSCHUIT, v. eene soort van scheurbuik; — spataders op de beenen inz. bij zwangere vrouwen.