Wat is de betekenis van Blauwgrauw, blauwgrijs, blauwgroen?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Blauwgrauw, blauwgrijs, blauwgroen

bn., blauwachtig grauw, grijs of groen.

Gerelateerde zoekopdrachten