Wat is de betekenis van Blauwgekield?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Blauwgekield

bn., met een blauwe kiel: blauwgekielde jeugd.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Blauwgekield

bn., met een blauwe kiel: blauwgekielde mannen haalden de prins in.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Blauwgekield

BLAUWGEKIELD, bn. blauwgekielde jeugd die blauwe kielen draagt.