Wat is de betekenis van blaos?

2025-07-28
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

blaos

(zn) onhandige vrouw LC.

2025-07-28
Drentsche spreekwijzen

Dr. J. Bergsma (1906)

blaos

(Annen, Zuidlaren, Rolde, Eelde, Assen); blaoze (Zuidlaren, Borger, Peize, Gasselte, Zweeloo, Wachtum, Schoonebeek, Z.W.-Dr.) blaas, zwienblaos (N.-Dr.), zwienenblaoze (Zweeloo), varkensblaoze (R.wold), waarin ze b.v. pootboonen bewaren.

Gerelateerde zoekopdrachten