blafferik
(1934) (Barg.) hond. • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1934) • De hond van den boer. waar wij snoekten, een serpent van een blafferik, om met Jordaan te spreken, trok aan een mouw van die jas, zoodat de wind er vat op kreeg ... (De Telegraaf, 18/01/1944) • (Stella Bergsma & Sylvia Witteman: Van lichtekooi en zwiepkana...