Wat is de betekenis van Blähen?

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Blähen

opblazen, opzetten, doen zwellen; sich blähen, zich opblazen; gebläht, gezwollen; bolstaand.

Gerelateerde zoekopdrachten