bituberculatus
bituberculátus (-a, -um), - van Lat. bi(s), dubbel, tweemaal; tubercŭlum (verkleinw. van tuber, knol, knobbel, gezwel), knobbeltje: twee knobbeltjes dragend.
Dr. C. A. Backer (1936)
bituberculátus (-a, -um), - van Lat. bi(s), dubbel, tweemaal; tubercŭlum (verkleinw. van tuber, knol, knobbel, gezwel), knobbeltje: twee knobbeltjes dragend.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: