Wat is de betekenis van Bitterling?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bitterling

v. (-en), gentiaanachtige plant met gele bloemkroon (Chlora).

2025-07-25
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

BITTERLING

(Blackstónia perfoUdta). Vrij kleine blauwachtige plant van de Gentiaanfamilie met gele bloemen. Komt in Nederland alleen voor in duinvalleien en op vochtige zandgrond op Voorne, Goeree en in het Grevelingengebied. Heeft zich na de afsluiting van het Brouwershavense Gat in de Grevelingen gevestigd en sindsdien sterk uitgebreid.LITERAT...

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bitterling

bittervoorn; bitterwater.

2025-07-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Bitterling

(Chlora L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Gentianaceeën. Het telt slechts 3 soorten, met een in hoofdzaak mediterrane verspreiding. Onbehaarde, blauwgroen gerijpte kruiden met een bladrozet, een rechtopstaande stengel, tegenoverstaande gaafrandige bladeren en gele, 6-8-tallige bloemen in gesteelde bijschermen. Tw...

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bitterling

Bitterling - Chlora, is een geslacht der gentiaanachtigen (Gentianaceae), dat op vochtige plaatsen voorkomt. Van de 3 soorten zijn de volgende hier bekend: Ch. perfoliata, de zomerb. en Ch. serotina, de herfstb.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bitterling

m. (-en), een duinplant die in Nederland zelden en in België nog slechts op twee plaatsen voorkomt, nl. in de Westhoek en te Lavaux-SainteAnne. zie Blackstonia.

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bitterling

Bitterling, volksnaam voor de twee in Nederland voorkomende soorten van Chlora, fam. Gentianaceeën.

2025-07-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Bitterling

(Rhodcus amarus). Vischsoort van de familie der Karperachtigen, gedrongen van bouw, hoog van rug, lichaam bedekt met groote schubben, is 5—8 c.M. lang, op den rug grauwgroen van kleur, aan de zijden zilverglanzig, met groenachtige overlangsche strepen van het midden des lichaams tot aan den staart, roode, zwartgevlekte vinnen; komt over gehee...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten