Wat is de betekenis van Bitteren?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bitteren

(bitterde, heeft gebitterd), bittertjes drinken; zij hebben zwaar gebitterd.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bitteren

bitteren - Werkwoord 1. (inerg) een bittertje nuttigen Ze bitterden en legden een kaartje op gezette tijden. Woordherkomst Afgeleid van bitter met het achtervoegsel -en

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bitteren

v., bitterje.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bitteren

I. bitterde, h. gebitterd (borrelen, bittertjes drinken): bij iemand bitteren. II. m. (Z.-N. suikerij).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bitteren

('bittәrәn) (bitterde, heeft gebitterd) bittertjes drinken, borrelen : zij hebben hard gebitterd.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bitteren

(bitterde, heeft gebitterd), bittertjes drinken: zij hebben zwaar gebitterd.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bitteren

BITTEREN, (bitterde, heeft gebitterd), bittertjes drinken zij hebben zwaar gebitterd, veel bittertjes gedronken.