Bitteren
(bitterde, heeft gebitterd), bittertjes drinken; zij hebben zwaar gebitterd.
Wiktionary (2019)
bitteren - Werkwoord 1. (inerg) een bittertje nuttigen ♢ Ze bitterden en legden een kaartje op gezette tijden. Woordherkomst Afgeleid van bitter met het achtervoegsel -en
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
I. bitterde, h. gebitterd (borrelen, bittertjes drinken): bij iemand bitteren. II. m. (Z.-N. suikerij).
Jozef Verschueren (1930)
('bittәrәn) (bitterde, heeft gebitterd) bittertjes drinken, borrelen : zij hebben hard gebitterd.
J.H. van Dale (1898)
BITTEREN, (bitterde, heeft gebitterd), bittertjes drinken zij hebben zwaar gebitterd, veel bittertjes gedronken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: