Bint
I. o., g. mv., (coll.) ben. voor de kleine dunne planten van de zaailing van hennep die niet met de hand geschild kunnen worden. II. o. (-en), 1. touw waarmee de ponderboom op een voer hooi of korenschoven wordt vastgebonden; 2. vierkant behakt of gezaagd stuk hout dat zeer lang en zwaar is; — (bouwk.) dwarsbalk (ook van ijzer); 3. trekstan...