Wat is de betekenis van Binst?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Binst

voorz., (Zuidn.) binnen het verloop van, in, gedurende: binst de winter; binst dat, terwijl.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

binst

binst - Voorzetsel 1. tijdens, gedurende, in dit tijdvak Binst het woelen van het tempeest volgen [de stormvogels] dikwijls de schepen, omdat ze door ondervinding weten dat er soms wat spek voor hunnen bek over boord geraakt.

2025-07-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

binst

I. Als vz. In tijdsbep.: binnen het verloop van; tijdens, in, gedurende. Als ik binst dit jaar sterf... wacht mij de hel, TIMMERMANS z.j. a, 56. Niet als de Duvel, die ons bij de communie nog scherp aankeek of we binst de nacht weer geen doodzonde hadden begaan, LEBEAU 1962, 33. Ook o.a.: VERMEYEN 1947, 56. BRULEZ 1950, 27. v. D. WOESTIJN...

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

binst

vz. (Z.-N. gedurende): binst de nacht.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

binst

vz. binnen het verloop van, gedurende, in: de winter.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Binst

bw., (gew.) tijdens; dat, terwijl.

Gerelateerde zoekopdrachten