Wat is de betekenis van bijslaap?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijslaap

1. m., het bijslapen, geslachtelijke vereniging ; 2. m. en v. (bijslapen), bedgenoot.

2025-07-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bijslaap

Het begrip bijslaap heeft 2 verschillende betekenissen: 1) geslachtsgemeenschap. het met elkaar naar bed gaan; geslachtsgemeenschap; coïtus; ook: keer dat men geslachtsgemeenschap heeft; geslachtsdaad; cohabitatie; copulatie. 2) bedgenoot. persoon met wie men het bed deelt; bedgenoot; partner; ook: persoon, vooral een vrouw, met...

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bijslaap

(17e eeuw) (euf.) het hebben van geslachtsgemeenschap. Het WNT geeft al een vindplaats uit de 17de eeuw. Overdrachtelijk ook voor: minnaar; minnares. • bieslep (bijslaap): concubine; ook als het Zaansch: de persoon met wie of wien in eìeìn bed slaapt, bijslaper, bedgenoot. (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal...

2025-07-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

bijslaap

Letterlijk: het slapen bij iemand en vandaar een eufemisme voor het hebben van geslachtsgemeenschap. Het WNT geeft al een vindplaats uit de zeventiende eeuw. Overdrachtelijk ook voor: minnaar; minnares (zie laatste citaat). Oneindig ruist stilte van de nachtelike bijslaap. Overal zijnde bijslaap. Nacht adagio van de erotica. Paul van Ostayen: 1...

2025-07-25
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Bijslaap

De bijslaap wijst niet in alle gevallen op seksuele verlangens. Artemidoros was van mening, dat wanneer men met z’n eigen vrouw geslachtsgemeenschap heeft en zij ook daartoe bereid is, dit alleen positief uit te leggen is. Een onwillige echtgenote daarentegen verandert deze positieve uitleg in het tegendeel. Volgens de mening van veel moderne...

2025-07-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

bijslaap

bijslaap - 1°. Minnaar. Goeden avond Speelnood Grietje, Wel hoe vaart het Moer, genietje Jopje tot jou byslaap haast?, J. ZOET. Werken 3 [1719]. Dit vriendelijke antwoord van 'die vuile bijslaap' deed de gal van mijn echtgenote overlopen (...), Gangreen 82 [1968].2°. Coïtus. Om haar ...te vergunnen, het welke onze goede Voorv...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bijslaap

s., bysliep.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijslaap

('bij) I. m. Eig. 1. Algm. het slapen bij iemand. 2. Inz. geslachtelijke gemeenschap. II. m. en v. (...slapen) Metn. [van I 2] persoon die geslachtelijke gemeenschap met een ander heeft.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Populaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Bijslaap

Coïtus. Zoodra de geslachtsrijpheid intreedt ontwaakt bij beide geslachten, naast de liefde voor elkander, de drang tot paring en voortplanting, m.a.w. tot geslachtelijke vereeniging, den Bijslaap. Ongelukkig stellen velen die vereeniging niet uit, zooals de natuur het verlangt, tot de geslachtsrijpheid volkomen is (tot het 20e &...