Bijslaap
1. m., het bijslapen, geslachtelijke vereniging ; 2. m. en v. (bijslapen), bedgenoot.
Van Dale Uitgevers (1950)
1. m., het bijslapen, geslachtelijke vereniging ; 2. m. en v. (bijslapen), bedgenoot.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip bijslaap heeft 2 verschillende betekenissen: 1) geslachtsgemeenschap. het met elkaar naar bed gaan; geslachtsgemeenschap; coïtus; ook: keer dat men geslachtsgemeenschap heeft; geslachtsdaad; cohabitatie; copulatie. 2) bedgenoot. persoon met wie men het bed deelt; bedgenoot; partner; ook: persoon, vooral een vrouw, met...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(17e eeuw) (euf.) het hebben van geslachtsgemeenschap. Het WNT geeft al een vindplaats uit de 17de eeuw. Overdrachtelijk ook voor: minnaar; minnares. • bieslep (bijslaap): concubine; ook als het Zaansch: de persoon met wie of wien in eìeìn bed slaapt, bijslaper, bedgenoot. (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal...
Marc de Coster (2004)
Letterlijk: het slapen bij iemand en vandaar een eufemisme voor het hebben van geslachtsgemeenschap. Het WNT geeft al een vindplaats uit de zeventiende eeuw. Overdrachtelijk ook voor: minnaar; minnares (zie laatste citaat). Oneindig ruist stilte van de nachtelike bijslaap. Overal zijnde bijslaap. Nacht adagio van de erotica. Paul van Ostayen: 1...
Fink (1998)
De bijslaap wijst niet in alle gevallen op seksuele verlangens. Artemidoros was van mening, dat wanneer men met z’n eigen vrouw geslachtsgemeenschap heeft en zij ook daartoe bereid is, dit alleen positief uit te leggen is. Een onwillige echtgenote daarentegen verandert deze positieve uitleg in het tegendeel. Volgens de mening van veel moderne...
Hans Heestermans (1977)
bijslaap - 1°. Minnaar. Goeden avond Speelnood Grietje, Wel hoe vaart het Moer, genietje Jopje tot jou byslaap haast?, J. ZOET. Werken 3 [1719]. Dit vriendelijke antwoord van 'die vuile bijslaap' deed de gal van mijn echtgenote overlopen (...), Gangreen 82 [1968].2°. Coïtus. Om haar ...te vergunnen, het welke onze goede Voorv...
Jozef Verschueren (1930)
('bij) I. m. Eig. 1. Algm. het slapen bij iemand. 2. Inz. geslachtelijke gemeenschap. II. m. en v. (...slapen) Metn. [van I 2] persoon die geslachtelijke gemeenschap met een ander heeft.
Dr. Ch. Bles (1929)
Coïtus. Zoodra de geslachtsrijpheid intreedt ontwaakt bij beide geslachten, naast de liefde voor elkander, de drang tot paring en voortplanting, m.a.w. tot geslachtelijke vereeniging, den Bijslaap. Ongelukkig stellen velen die vereeniging niet uit, zooals de natuur het verlangt, tot de geslachtsrijpheid volkomen is (tot het 20e &...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: