Wat is de betekenis van Bijenluis?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijenluis

v. (...zen), soort van luis die op de bijen leeft (Braula coeca).

2025-07-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bijenluis

Bijenluis - Braula coeca, een tot de tweevleugeligen behoorend klein insect, dat parasiteert op de honigbij. De b. is levendbarend, d.w.z. de eieren ontwikkelen zich reeds tot larven in het moederdier, zoodat ontwikkelde larven worden gelegd.

2025-07-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bijenluis

Bijenluis - Braula coeca, insectensoort, behoorende tot de Tweevleugelige Insecten. (Diptera). Deze kleine (lengte 1 m.M.) vlieg is blind en bezit geen vleugels. De pootjes eindigen met klauwtjes, waarmede de bijenluis zich vastklemt aan bijen (vooral darren) en het dezen dieren zeer lastig maakt. Hier te lande is de bijenluis nog niet waargenomen....

2025-07-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Bijenluis

(Braula vocca Nrrz:sou). Insectensoort, de eenige soort van de familie Braulina; dit insect heeft een grooten kop, doch mist zoowel enkelvoudige als saamgestelde oogen; het heeft korte tweeledige sprieten, met aan de rugzijde van het eerste leedje een borstelhaar; aan het zeer korte borststuk aan weerskanten een stigma; vleugels en kolfjes ontbreke...

Gerelateerde zoekopdrachten