Wat is de betekenis van Biesboer?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Biesboer

m. (-en), boer uit een streek waar veel bies groeit.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

biesboer

('bi:z) m. (–en) boer uit het biesland.

Gerelateerde zoekopdrachten