Wat is de betekenis van bezorger?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bezorger

m. (-s), 1. besteller; 2. die zorg draagt voor : bezorger der begrafenissen.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bezorger

bezorger - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) een persoon die iets bezorgt De bezorger kwam het pakketje brengen. Woordherkomst afgeleid van de werkwoordstam van bezorgen met het achtervoegsel -er

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bezorger

bezorger - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-zor-ger 1. iemand die iets langsbrengt ♢ de krantenbezorger doet elke dag de krant in onze bus Zelfstandig naamwoord: be-zor-ger de bezorger ...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bezorger

s., ombringer, rounbringer.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bezorger

m. bezorgers (iemand, die bezorgt inz. in bet. 3: besteller).

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bezorger

m. (-s), 1. besteller; 2. die zorg draagt voor: bezorger der begrafenissen.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)