bezing
bezing - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezingen ♢ Ik bezing 2. gebiedende wijs van bezingen ♢ bezing! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezingen ♢ bezing je?
Wiktionary (2019)
bezing - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezingen ♢ Ik bezing 2. gebiedende wijs van bezingen ♢ bezing! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezingen ♢ bezing je?
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: