Wat is de betekenis van Bezembinder?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bezembinder

m. (-s).

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bezembinder

m. bezembinders (iem., die rijzen of heiplantenstengels tot bezems samenbindt).

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bezembinder

BEZEMBINDER, m. (-s); ...BINDSTER, v. (-s). ...BINDERIJ, v. (-en).

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)