Wat is de betekenis van beurtvaart?

v. (-en), vaste vaart op gezette dagen, door beurtschippers.

beurtvaart - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) vaste vaart met een vaste dienstregeling langs een vast aantal havens uitgevoerd door beurtschippers Woordherkomst samenstelling van beurt en vaart

De beurtvaart in Nederland en uiteraard ook in Zeeland is reeds van oudsher zeer verbreid, daar het handelsgoederenvervoer grotendeels per schip plaatsvond. De beurtschippers behoorden tot het St. Jacobsgilde en hadden in alle plaatsen van enig belang een eigen ligplaats en dienstregeling, welke door het Stedelijk Bestuur per ordonnantie werd vastg...

een vaste, geregelde verbinding van een binnenvaartschip tussen twee of meer plaatsen, voor het vervoer van kleine partijen goederen, pakketten of andere handelbare artikelen.

Geregelde diensten voor goederenvervoer tussen vaste plaatsen, met binnenschepen, heet B. (zie Binnenscheepvaart). Vroeger verzorgde de Fr. B. in hoofdzaak het vervoer. Elk dorp aan het water had zijn beurtschipper: er hebben 323 schippers op Lwd. gevaren. Maar de vrachtauto verscheen: 1934 nog 141 diensten op Lwd., 1937 105; na W.O. ii loopt het...

s., beurt, fear (it); — hebben, fearje.

is de vaart tot vervoer over binnenwateren met schepen, die een geregelde dienst onderhouden tussen twee of meer plaatsen. In het W.v.K., gelijk dit thans nog geldt, staat over de beurtvaart slechts een verwijzing naar elders bestaande verordeningen en reglementen (art. 97); doch na de inwerkingtreding van de belangrijke wet van 24 Juni 1939, Stbl...

Beurtvaart - geregelde dienst in de binnenvaart voor goederenvervoer tusschen bepaalde plaatsen.

v./m. (-en), vaste vaart op gezette dagen, voor beurtschippers. De beurtvaart, onderdeel van de binnenvaart, was in het algemeen kapitaalkrachtiger dan de wilde vaart, had grotere en meer moderne schepen, motorschepen en ook dikwijls stoomschepen. Zij ondervond echter steeds meer de concurrentie van auto- en tramverkeer, waarna zij ook zelf autover...