beunhaast
beunhaast - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beunhazen ♢ Jij beunhaast 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beunhazen ♢ Hij beunhaast 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van beunhazen ♢ beunha...