Wat is de betekenis van bespiegeling?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bespiegeling

v. (-en), 1. aanschouwing in de geest; beschouwing, overpeinzing van hogere onderwerpen: bespiegelingen omtrent de godsdienst; onvruchtbare bespiegelingen. 2. (timm.) betimmering van een vlak schotwerk met randstroken, waardoor een binnenveld of spiegel gevormd wordt.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bespiegeling

bespiegeling - Zelfstandignaamwoord 1. een overdenking over een bepaald onderwerp uitmondend in een bespreking Hij schreef een korte bespiegeling daarvan in zijn kolom in de krant. Woordherkomst Naamwoord van handeling van bespiegelen met het achtervoegsel -ing. Synoniemen...

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bespiegeling

bespiegeling - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-spie-ge-ling 1. het nadenken over hogere geestelijke onderwerpen ♢ de bespiegelingen van deze schrijver over de zin van het leven zijn de moeite van het lezen waard Zelfstandig naamwoord: be-s...

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bespiegeling

v. bespiegelingen (beschouwing, overpeinzing inz. van hogere onderwerpen): allerlei bespiegelingen houden.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bespiegeling

v. (-en) I. Eig. het bespiegelen 1 (1) : de van een trapboom. 2. (2) : -en over de levensopvatting. Syn. →: beschouwing. II. Metn. [van I 1] dat waarmede men bespiegelt : de van een →: trap.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bespiegeling

v. (-en), 1. beschouwing, overpeinzing; 2. betimmering van een vlak schotwerk met randstroken, waardoor een binnenveld of ‘spiegel’ gevormd wordt.