Wat is de betekenis van Beroepsbezigheid?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beroepsbezigheid

v. (...heden), (meestal mv.) de werkzaamheden die men voor zijn beroep verricht.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beroepsbezigheid

v. beroepsbezigheden (werk, aan een beroep verbonden): drukke beroepsbezigheden.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beroepsbezigheid

BEROEPSBEZIGHEID, v. (...heden), zijne beroepsbezigheden namen al zijn tijd in beslag; ...BRIEF, m. (...brieven), akte van beroeping; (veroud.) patent.