Wat is de betekenis van bepoekelen?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bepoekelen

(1922) (Barg.) bepraten. • Want heelemaal onverschillig was Bad-Aap Corry toch niet. Dat gaf hem een gewelddadige schok van vreugde. Omdat,... ach, het leek toch allemaal maar malligheid en apekool en een gekke comedie, en zichzelf bepoekelde bij weer: let nou eens óp, Manus Peet die dood neêr wil vallen in liefde, aan de voeten v...

2025-07-29
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

bepoekelen

bepraten, bespreken In 1915 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. Zie verder bij poekelen. • Meenden de kerels nu dat het portretje er niks op leek, dan gooide hij het vod kregel weg. Maar beaamden ze onderzoekend en bepoekelden ze allerlei moois van de meid, dan sloot hij heel stil de ansicht de kast in van zijn vader. ¶ Is....

Gerelateerde zoekopdrachten