Wat is de betekenis van bemore?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bemore

(1914) (ook: bemorig) (Barg.) bevreesd. • Dóch... dóch... bang maak je me nie!... Tsja!... Jet is nie bemore!... Je zal zien, niesse,... ik breng de heéle buurt in opschudding! (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. 1914) • M'n jonge zal razend blij zijn je te zi...

2025-07-28
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Bemore

bang; van Hebreeuws mora, angst.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bemore

(Barg.) bevreesd

2025-07-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

bemore

bevreesd.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

bemore

bemore - (argot) bevreesd.

Gerelateerde zoekopdrachten