Bemachtigen
(bemachtigde, heeft bemachtigd), 1. zich meester maken van (een stad, een fort, een persoon); — een stoel, een plaats weten te bemachtigen, te verkrijgen (gezegd wanneer het ergens zeer vol is); 2. zich eigen maken (kennis). 3. (gew.) het vet bemachtigt hem, is hem te machtig, maakt hem onpasselijk.