Wat is de betekenis van belegeraar?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Belegeraar

m. (-s), die het beleg slaat of er aan deelneemt.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

belegeraar

belegeraar - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die belegert Woordherkomst Naamwoord van handeling van belegeren met het achtervoegsel -aar

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Belegeraar

BELEGERAAR, m. (-s). BELEGERAARSTER, v. (-s).

2025-07-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Belegeraar

Belegeraar, m. (-s). *-STER, v. (-s). *...LEGEREN, bw. gel. (ik belegerde, heb belegerd). *...LEGERING, v. (-en), zie BELEG.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)