Wat is de betekenis van bekapping?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bekapping

v. (-en), 1. het bekappen; 2. samenstel van gebinten, bebordingen enz. waarop de dakbedekking rust: een ijzeren bekapping.

2025-07-24
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

bekapping

De bekapping is het oppervlak van een vijl of rasp die is voorzien van scherpe groeven of putjes; men onderscheidt: 1) enkele bekapping: de groeven lopen evenwijdig aan elkaar; 2) dubbele bekapping: de groeven kruisen elkaar; naar gelang de bekapping grover of fijner is, spreek je van zoet- of basterdvijl.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bekapping

v. bekappingen (bintwerk van het dak): de bekapping van een huis; een ijzeren bekapping.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bekapping

v. (-en) 1. Eig. het bekappen inz. (1). 2. Metn. kap : een ijzeren -.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bekapping

v. (-en), 1. het bekappen; 2. samenstel van gebinten, bebordingen enz. waarop de dakbedekking rust: een houten, ijzeren meer in gebruik is overkapping.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)