Wat is de betekenis van bejegen?

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bejegen

bejegen - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bejegenen ♢ Ik bejegen 2. gebiedende wijs van bejegenen bejegen! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bejegenen bejegen je?...

2025-07-29
Drentsche spreekwijzen

Dr. J. Bergsma (1906)

bejegen

(N.- en O.-Dr., Lhee, Dalen) ontmoeten, ontvangen, te woord staan, onthalen. Vooral fig.: as hum maor geen kwaod bejegend is. He hef hum daor bejegend. Wij bint er goed bejegend. Der zullen dei nog zwienen bejegen zegt men tegen een kind, dat aanmerkingen maakt op het eten (Eelde). Vgl. jegender, jegens.