Behulp
o., in de uitdr. met behulp van, geholpen door, gebruik makende van : met behulp van zijn broer kreeg hij het klaar ; iets met behulp van een woordenboek vertalen ; met behulp der politie kreeg hij het zijne terug, door haar tussenkomst; 2. wat tot behulp kan dienen noodhulp : een meisje tot of als behulp der huisvrouw.