Wat is de betekenis van behoef?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Behoef

o., 1. (vero.) gevoeg: zijn behoef doen; 2. wat men nodig heeft: hij verbouwt alleen aardappelen voor eigen behoef, gebruik; 3. ten behoeve van [niet: behoeven], ten dienste, ten bate, ten nutte van; te mijnen behoeve, voor, om mij.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

behoef

behoef - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoeven ♢ Ik behoef 2. gebiedende wijs van behoeven behoef! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoeven behoef je?

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

behoef

nodig hê of wees.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

behoef

o. behoefte, alleen nog in uitdr. : ten behoeve van de noodlijdenden; te uwen behoeve; een brug ten behoeve van het verkeer. Syn. →: bate (ten).

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Behoef

BEHOEF, o. gevoeg zijn behoef doen; — hij verbouwt alleen aardappelen voor eigen behoef, gebruik, voor zooveel hij zelf noodig heeft; — ten behoort van, ten dienste, ten bate van.

2025-07-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Behoef

Behoef, o. gmv. gevoeg; zijn - doen; ten behoeve van, ten nutte van. *-TE, v. (-n), benoodigdheid, nooddruft. *-TIG, bn. nooddruftig. -LIJK, bijw. *-TIGHEID, v. gmv. armoede. *...HOEVEN, bw. gel. (ik behoefde, heb behoefd), noodig hebben. -, ow. het behoeft niet.