Behoef
o., 1. (vero.) gevoeg: zijn behoef doen; 2. wat men nodig heeft: hij verbouwt alleen aardappelen voor eigen behoef, gebruik; 3. ten behoeve van [niet: behoeven], ten dienste, ten bate, ten nutte van; te mijnen behoeve, voor, om mij.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. (vero.) gevoeg: zijn behoef doen; 2. wat men nodig heeft: hij verbouwt alleen aardappelen voor eigen behoef, gebruik; 3. ten behoeve van [niet: behoeven], ten dienste, ten bate, ten nutte van; te mijnen behoeve, voor, om mij.
Wiktionary (2019)
behoef - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoeven ♢ Ik behoef 2. gebiedende wijs van behoeven ♢ behoef! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoeven ♢ behoef je?
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
o. behoefte, alleen nog in uitdr. : ten behoeve van de noodlijdenden; te uwen behoeve; een brug ten behoeve van het verkeer. Syn. →: bate (ten).
J.H. van Dale (1898)
BEHOEF, o. gevoeg zijn behoef doen; — hij verbouwt alleen aardappelen voor eigen behoef, gebruik, voor zooveel hij zelf noodig heeft; — ten behoort van, ten dienste, ten bate van.
I.M. Calisch (1864)
Behoef, o. gmv. gevoeg; zijn - doen; ten behoeve van, ten nutte van. *-TE, v. (-n), benoodigdheid, nooddruft. *-TIG, bn. nooddruftig. -LIJK, bijw. *-TIGHEID, v. gmv. armoede. *...HOEVEN, bw. gel. (ik behoefde, heb behoefd), noodig hebben. -, ow. het behoeft niet.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: