Wat is de betekenis van Behoedzaamheid?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Behoedzaamheid

v., omzichtigheid.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Behoedzaamheid

s., hoedenens, mijenens, foarsichtigens.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

behoedzaamheid

v. (omzichtigheid): met behoedzaamheid te werk gaan.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Behoedzaamheid

(Lat. cautio) is een integreerend onderdeel van de kardinale deugd van beleid of voorzichtigheid. Een behoedzaam mensch is geneigd alles te vermijden, wat voor hem een beletsel is om zijn einddoel te bereiken. L i t.: S. Thomas, S. Theol. (II, II q. 49 a. 8). Bender.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

2025-07-28
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press