Wat is de betekenis van Beestendokter?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beestendokter

m. (-s), veearts.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beestendokter

m. (-s) veearts.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beestendokter

BEESTENDOKTER, m. (-s), veearts; ...HOEDER, m. (-s), veehoeder; ...HOEDSTER, v. (-s); ...KOOPMAN, m. (Zuidn.) veekoopman; ...KRAAL, v. (Zuidafr.) kraal, bocht, omheining, stal voor het vee; ...MARKT, v. (-en), veemarkt.

2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Beestendokter

Beestendokter, o. (-s), veearts. *...HOEDER, m. (-s), veehoeder. *...MARKT, v. (-en), veemarkt. *...STAL, m. (-len), stal voor het vee. *...TAAL, v. gmv. dierentaal. *...TUIN, m. (-en), diergaarde, zoölogische tuin. *...VERSTAND, o. gmv. verstand -, instinkt der dieren. *...VOEDER, m. gmv. voeder voor het vee.

Gerelateerde zoekopdrachten