Wat is de betekenis van Beenhouwersbaas?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beenhouwersbaas

m. (...bazen), baas, eigenaar ener vleeshouwerij.

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beenhouwersbaas

BEENHOUWERSBAAS, m. (...bazen). (Zuidn.) baas, eigenaar eener vleeschhouwerij; ...GAST, m. (-en), ...KNECHT, m. (-s), (Zuidn.) slagersknecht; ...MES, o. (-sen), (Zuidn.) slagersmes; enz.

Gerelateerde zoekopdrachten