Wat is de betekenis van beëdigen?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beëdigen

(beëdigde, heeft beëdigd), 1. de eed laten afleggen, een eed afnemen; 2. met ede bekrachtigen.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beëdigen

beëdigen - Werkwoord 1. (ov) iemand installeren in een ambt door de ambtseed af te nemen Het kolonelsbewind in Athene werd beëdigd door koning Konstantijn en dit is de koning bijzonder kwalijk genomen. Woordherkomst Afgeleid van eed met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beëdigen

v., biëdigje.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beëdigen

beëdigde, h. beëdigd (de eed doen afleggen, onder eed stellen); de getuigen een ambtenaar beëdigen.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beëdigen

(beëdigde, heeft beëdigd) 1. de eed doen afleggen : een getuige -. 2. met ede bekrachtigen : een getuigenis -.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beëdigen

(beëdigde, heeft beëdigd), de eed laten afleggen, een eed afnemen.

2025-07-29
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

beëdigen

beëdigen geleed woord Zie: eed

2025-07-29
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)