Bedstro
o., stro waarop een bed ligt of waarmee een beddezak is gevuld; — fig. zegsw.: door zijn bedstro druipen, een slecht einde hebben, slecht van iets afkomen; — verhuizen kost bedstro, brengt vele onkosten mede; — de huisheer met bedstro betalen, met de noorderzon, met stille trom vertrekken, zonder de huur te be...