Wat is de betekenis van bedroefd?

bn. bw. (-er, -st), 1. verdriet hebbend, treurig: bedroefd om, over; de bedroefde ouders denken nog steeds aan hun lieveling; — zelfst.: de bedroefden troosten; 2. droefenis verwekkend, ellendig: in bedroefde omstandigheden verkeren; het ziet er bedroefd uit; een bedroefde toestand; 3. armzalig: een bedroefde r...

bedroefd - Bijvoeglijk naamwoord 1. verdrietige gevoelens koesterend ♢ De bedroefde voetballers hadden de wedstrijd verloren. ♢ Hij was heel bedroefd toen zijn vrouw bij hem wegliep. bedroefd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van bed...

bedroefd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-droefd 1. verdriet hebben of laten blijken ♢ hij is bedroefd omdat zijn oma dood is Bijvoeglijk naamwoord: be-droefd ... is bedroefder dan ... ...

De spreker geeft aan dat hij/zij ontstemd is over een mening, voorstel of gedachtengang van een politieke mede- of tegenstander. Veelal betoont spreker zich buitengewoon bedroefd, maar aan de toevoeging van dit bijvoeglijk naamwoord dient geen bijzondere betekenis te worden gehecht: het is een tot op de draad versleten uitdrukking. Zie ook verbi...

adj. & adv., bidroefd, drôf, drôvich, muoilik, rouwich, delslein; — kijken, neareagich sjen.

I. bn., bw. (1 treurig, droevig, dikwijls met over, om; 2 armzalig, gering): 1. bedroefd zijn over het verlies v. e. kind; bedroefd om de miskenning; een bedroefde vrouw; zij ziet er bedroefd uit; 2. dat is een bedroefd beetje; II. bw. (in hoge mate, met het bijbegrip v. afkeuring): bedroefd weinig, gering, slecht.

(bə'droeft) bn. en bw. (-er, -st) 1. verdriet hebbend wegens een uiterlijke omstandigheid : een -e weduwe: er uitzien: over het verlies van een kind: om iemand zijn: diep, bitter -. Syn. bedrukt, droef, droevig, neerslachtig, somber, treurig, verdrietig, zwartgallig, zwaarmoedig. Tgst. blijde. 2. slecht : een -e redevoering. 3. armzalig : ee...

bn. en bw. (-er, -st), 1. verdriet hebbend: bedroefd om, over; 2. droefenis verwekkend, ellendig: in bedroefde omstandigheden verkeren; het ziet er bedroefd uit; een bedroefde toestand; 3. armzalig: een bedroefd beetje, bitter weinig; 4. (bw.) zeer, in sterke mate (afkeurend): bedroefd slecht; zie bedroevend.

BEDROEFD, bn. bw. (-er, -st), droevig, treurig de bedroefde ouders denken nog steeds aan hun lieveling; de bedroefden troosten; in bedroefde omstandigheden verkeeren; het ziet er bedroefd uit; — ellendig: een bedroefde toestand; — slecht: eene bedroefde redevoering; — armzalig: een bedroefd redenaar; — heel klein een bedr...