Wat is de betekenis van Bedijgen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedijgen

(bedeeg, heeft en is bedegen, ook bedijde, is bedijd), (vero. en gew.) 1. gedijen ; zegen aanbrengen: onrechtmatig verkregen goed bedijt niet; 2. dijen, uitzetten: rijstebrij laten bedijen.

Gerelateerde zoekopdrachten