Wat is de betekenis van Beängstigen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beangstigen

(beangstigde, heeft beangstigd).

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

beangstigen

angst aanjagen. angstig maken; angst aanjagen; angst inboezemen. Voorbeelden: Het werkloosheidsvraagstuk beangstigt de leiders van de communistische partij die vrezen dat sociale onrust hen de macht zal kosten. NRC, 1995 "Vooral de bedreigingen aan het adres van mijn twee kinderen, dat ze ze zullen ontvoeren, verkrachten...

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beangstigen

beangstigen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-ang-sti-gen 1. iemand bang maken ♢ het slechte weer beangstigde haar Regelmatig werkwoord: be-ang-sti-gen ik beangstig jij/u beangstigt...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beangstigen

v., biëangje, binear(j)e.

2025-07-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Beängstigen

bang maken, benauwen.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beangstigen

beangstigde, h. beangstigd (angstig maken, vrees aanjagen): zich beangstigen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beangstigen

(beangstigde, heeft beangstigd) angstig maken. beangstiging v.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beangstigen

BEANGSTIGEN, (beangstigde, heeft beangstigd), ook BEANGSTEN, angstig maken, angst aanjagen. BEANGSTIGING, v. (-en).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)