Wat is de betekenis van Bazuinblazer?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bazuinblazer

m. (-s).

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bazuinblazer

(1924) (Barg.) iemand met bolle wangen. • Ik lurk en smook, besuinblaser,... en jij broeit appies uit. (Is. Querido: Manus Peet. 1924) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bazuinblazer

BAZUINBLAZER, m. (-s); ...BLAASSTER, v. (-s); ...GESCHAL, o.

Gerelateerde zoekopdrachten