Bazelen
(bazelde, heeft gebazeld), 1. revelen, onsamenhangende taal spreken; 2. onzin praten.
Van Dale Uitgevers (1950)
(bazelde, heeft gebazeld), 1. revelen, onsamenhangende taal spreken; 2. onzin praten.
Muiswerk Educatief (2017)
bazelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ba-ze-len 1. onzin praten ♢ hij zat weer raar te bazelen vanavond Regelmatig werkwoord: ba-ze-len ik bazel jij/u bazelt ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Genootschap Onze Taal (2001)
Waarvan is bazelen afgeleid? a van het Middelnederlandse basen, ‘raaskallen’. b van bazen, ‘de baas spelen’. c van de Zwitserse plaatsnaam Bazel.
Jozef Verschueren (1930)
('ba:zələn) (bazelde, heeft gebazeld) [msch. ~ bezig] onsamenhangende taal, onzin praten. Syn. ijlen, raaskallen.
J.Pluim (1911)
is een frequ. van ’t Mnl. bazen, dat overeenkomt met het Oostfriesche basen = ijlen (van koortslijders): ,,’t Is vreemt, dat ick niet baes'’ (ijlhoofdig word). Hiervan verbazen — letterlijk: in een bazenden of ijlenden toestand komen of brengen. Bazelen is dus: voortdurend ijlen, fig. wartaal spreken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: