Wat is de betekenis van Baumstark?

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Baumstark

zo sterk als een boom; zeer sterk, ijzersterk.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Baumstark

Anton, Duitsch oriëntalist, was achtereenvolgens hoogleeraar te Bonn, Utr. en Nijmegen (tot 1930), doceert nu te Münster en te Bonn. Schreef werken op het gebied der Oostersche talen, literatuur en patrologie, der liturgiegeschiedenis, deOostersch-Christ. archeologie en der klassieke Philologie. Gaf uit van 1901—1905 en na 1911 de &...

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Baumstark

Anton, benedictijnermonnik, filoloog, oriëntalist, 4.8.1872 Konstanz, ♱31.5.1948 Bonn. Baumstark, sinds 1899 gericht op de oorsprong van de christelijke liturgie, doceerde o.a. in Nijmegen en Utrecht. Baumstark wordt beschouwd als grondlegger van de methode voor vergelijkende liturgiewetenschap. Werken: Die Messe im Morgenland (1906, herdr. 19...

2025-07-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Baumstark

Wij vermelden twee broe­ders , die dezen naam dragen , te weten : Anton Baumstark, een uitstekend letter­kundige, geboren te Sinzheim in April 1800. Hij bezocht het lycéum te Rastadt, studeerde te Heidelberg en werd geplaatst aan het letterkundig seminarium alhier. In 1826 werd hij leeraar en in 1829 professor aan het gymnasium te Freiburg...