Wat is de betekenis van Basviool?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Basviool

v. (...olen), knieviool, violoncel.

2025-07-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Basviool

zie contrabas.

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

basviool

grootste snaarinstrument v/d viooltipe, kontrabas.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

basviool

v. basviolen (knieviool, violoncel).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

basviool

('bas) v. (...violen).

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Basviool

v./m. (-violen), violoncel.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Basviool

Basviool, verouderde benaming v. d. contrabas.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Basviool

BASVIOOL, v. (...olen); ...ZANGER, m. (-s), die de baspartij zingt.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)