Wat is de betekenis van bastiaan?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bastiaan

m. (-s), 1. mansnaam ; 2. ben. voor een neger-opzichter over de slaven, voorheen op Westindische plantages.

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bastiaan

(19e eeuw) (< Sur.) slaaf, die instond voor de uitvoering der lijfstraffen. • Bastiaan: Term uit wat vroeger West-Indië heette (Suriname), voor een kleurling die op de plantages boven de slaven was gesteld. Stond in rang direkt onder de zogeheten 'blankofficier’. Het woord moet in oorsprong een eigennaam zijn geweest. (Het vrije...

2025-07-24
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Bastiaan

Zie Sebastianus

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Bastiaan

Bastiaan - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2025-07-24
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Bastiaan

Bastiaan - zie B. Kleingeld

2025-07-24
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Bastiaan

m -> Sebastianus.

2025-07-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

bastiaan

(de, -s, bastianen), 1. (hist.) syn. van basja (1): z.a. Op plantage Zeezigt waren 800 slaven, over wie 8 neger-opzichters of bastiaans gesteld waren (Bartelink 13). 2. (verouderend) syn. van basja (2): z.a. Verleden jaar heeft de bastiaan ons op marlpa 's en markoesa's onthaald (J&L 1922:46). - Etym.: Het is de vernederlandsing v...

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Bastiaan

m. neger-opzichter over slaven (Suriname).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Bastiaan

is een negeropzichter op de plantages in Suriname, in de slaventijd met het toezicht op het werk belast.