Bastiaan
m. (-s), 1. mansnaam ; 2. ben. voor een neger-opzichter over de slaven, voorheen op Westindische plantages.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. mansnaam ; 2. ben. voor een neger-opzichter over de slaven, voorheen op Westindische plantages.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (< Sur.) slaaf, die instond voor de uitvoering der lijfstraffen. • Bastiaan: Term uit wat vroeger West-Indië heette (Suriname), voor een kleurling die op de plantages boven de slaven was gesteld. Stond in rang direkt onder de zogeheten 'blankofficier’. Het woord moet in oorsprong een eigennaam zijn geweest. (Het vrije...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. van Donselaar (1936)
(de, -s, bastianen), 1. (hist.) syn. van basja (1): z.a. Op plantage Zeezigt waren 800 slaven, over wie 8 neger-opzichters of bastiaans gesteld waren (Bartelink 13). 2. (verouderend) syn. van basja (2): z.a. Verleden jaar heeft de bastiaan ons op marlpa 's en markoesa's onthaald (J&L 1922:46). - Etym.: Het is de vernederlandsing v...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is een negeropzichter op de plantages in Suriname, in de slaventijd met het toezicht op het werk belast.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: